Memory lane
Soms heb ik een goed geheugen. Vooral als het om mensen gaat, hun gezichten en namen. Er komt nauwelijks inspanning bij kijken. Het gebeurt gewoon, dat herinneren. Ontmoetingen, hoe vluchtig ook, beklijven. Soms is dat fijn. Andere dingen haal ik moeilijker terug. Met name citaten. Ongeacht of ze me raken of niet, of dat ik ze tien keer lees. En dat is jammer, ik zou willen dat ik honderd schrijvers kon citeren in plaats van een of twee (of, op een goede dag, drie), gesprekken kon kleuren met teksten van muziek die ik goed vind, poëzie, filmdialogen. Je hebt van die mensen. Zoals M. Mastrioianni het zegt: ‘Ik herinner me het verlangen om te weten wat er van deze wereld zal worden, wat er in het jaar 2000 gaat gebeuren; en om er bij te zijn en, als een oude olifant, alles te herinneren (…).’ Hoe zou dat zijn, je alles herinneren? Een hoofd als het ware vol met muizenklemmen, die elke gedachte, elk moment, elk boek en elke film en elke zin die de moeite waard is op het juiste moment weten te pakken en dan vasthouden, zodat je ze altijd kan oproepen. Wanneer je maar wilt. Of een hoofd vol met lijm, waaraan alle woorden blijven plakken. Wil ik dat echt, mij alles herinneren? Een absoluut geheugen? Stel dat er een pil op de markt komt die dat mogelijk maakt. Zou ik hem kopen? De pil maakt geen onderscheid: niets stroomt, alles blijft. Zou ik het doen? Waarschijnlijk niet. Ik wil ook vergeten. Teleurstellingen, verlies, confrontaties, dat soort dingen. En alle onzin. Niet dat je daarin een keus hebt. Niet werkelijk. Dat is niet erg. Wat we vergeten maakt ons evenzeer tot wie we zijn als dat wat we onthouden. Wee hem of haar die niet kan vergeten! Dat moeten namelijk wel cynische mensen zijn, die teveel in het verleden blijven hangen. Nee, laat mij in het jaar 2050 maar een oude, vergeetachtige olifant zijn, die zich sommige dingen herinnert.